5
HET HUISHOUDBOEK VAN JOSINA VAN DORP.
op een dag: „drie zakken tarwe, twee zakken grijs tarwe,
twee zakken rogge, een zak geirst en een zak haver.”
De tarwe kostte gemiddeld 8 a 9 de grauwe tarwe
7 a 8 de rogge 6 =g, de gerst en de haver ruim 3
de zak. De laatste graansoorten waren voor de kippen
en ganzen, die gemest werden. Zoo wij voor een vieren
deel jaars aan vleesch vinden aangeteekend 85 moeten
wij in aanmerking nemen, dat bovendien nogal eens
„Oostersche” (Westfaalsche) hammen voorkomen, die onge
veer drie gulden het stuk gelden, en koppels hoenders
of duiven, waarvoor gemiddeld een halve gulden het
koppel betaald wordt.
Voorts werd nu en dan een half vat boter gekocht
voor ruim 40 een half vat zeep voor 10 £J, een ton
azijn voor 41/2 4D bij de beide laatste artikelen kwam
nog de accijns, die den prijs van elk met ruim een gulden
verhoogde. Men was niet karig met het bier. Voor de
behoefte van een vierendeel jaars wordt ongeveer 40
in rekening gebracht, terwijl bovendien een provisie
„Maarts bier” wordt opgedaan voor 46 Daarnaast
vinden wij - eens 61 voor twee okshoofden witten
Franschen wijn. De turf wordt opgedaan of per schip
(16 10 st.) of per wagen (4 7 st.).
Voor de dagelijksche behoeften wordt verder Margriet
de tweede meid, geregeld naar de markt gezonden. Zij
krijgt voor dien „martganck”, die echter niet iederen dag
voorkomt, gemiddeld ongeveer 8 gulden mede. Voor haar
inkoopen hebben wij wel in de eerste plaats te denken
aan boonen of erwten, die toen naast vleesch en brood
het hoofdvoedsel vormden, en aan visch. Daarbij zeker
ook aan allerhande specerijen, die onmisbaar waren bij
de toebereiding van het vleesch. Groenten waren nog van
zeer ondergeschikt belang en werden in de tuinen ge
kweekt. „Room ende meer ander dingen” worden ook