HET BINNENHOF VAN I247—I747.
133
voltooid werd in de gemelde jaren het gebouw beslist
niet. Zijne gansche fraaie, eenigszins overladen, binnen-
versiering gedeeltelijk nu' verdwenen kwam pas
eerst tot stand in de jaren 1660 tot 1672.
Fraaier en deftiger dan deze binnenversiering was die,
welke volgens resolutie van Hare Hoog. Mog. van 30
Juni 1696 voltooid werd in 1697 in de z. g. Trèves-
zaal ten oosten der kapel. Boven de oude kamers b,
b, en b2 (ten deele voor Jonkvrouwe Aleyd van Poel-
gheest gebouwd) werd uit twee hunner reeds vroeger
samengetrokken en het nevenliggende vertrek toen
maals deze zaal, lang 17.16, breed 7.91 M., ingericht
ter eere van de Generaliteit; hier hielden voortaan in
warme zomerdagen die Staten nog al eens vergadering,
dan te verkiezen boven hunne zuidelijke onmiddelijk daar
aan sluitende oude eigenlijke vergaderzaal. De naam van
Trèveszaal is een herinnering aan de hier gevoerde onder-
handelingen met Spanje in 1608, welke het 12-jarige
bestand van 1609 voorafgingen; de decoratie inwendig
strekt ter verheerlijking van het Huis van Oranje, en
heeft niets met dien naam uitstaande dus.
Nauw had de Stadhouder-Koning Willem III in 1702
zijn hoofd voor goed ter ruste gelegd, of men besloot
terug te keeren tot den toestand van 1651. Het z. g.
tweede stadhouderlooze tijdperk, dat nu volgde, duurde
tot 1747, toen de tijdsomstandigheden opnieuw den Oranje
vorst tot het stadhouderlijk bewind voerden over de
Vereenigde zeven provinciën en het Binnenhof weder een
geheel ander aanzien kreeg.
Toen betrok de stadhouder op nieuw het oude kwartier,
voor zooverre in het voorafgaande tijdperk niet voor
staatsdienst bestemd. Groote veranderingen werden na
dien tijd in dit oude kwartier niet meer gebracht; maar
ook het voor den algemeenen dienst bestemde deel van