HET BINNENHOF VAN I247 I747. 134 Het Hof tijdens het 2de Stadhouderlooze tijdperk 1702— 1747. het Hof schijnt na 1702 geene noemenswaardige veran deringen tot op 1795 te hebben ondergaan. Tegen 1730 gaf De Riemer zijne bekende beschrijving van ’s-Gravenhage uit, waarin de lezer alle gegevens vindt om ook het toenmalige Hof te leeren kennen. Hij nam bij de beschrijving eene geregelde volgorde in acht, waarbij slechts eene duidelijke plattegrond ontbreekt om haar gemakkelijk te kunnen volgen. Hieraan komt de thans bijgevoegde plattegrond III volkomen te gemoet. Voldoende schijnt het dus thans mij toe daarop hier een passende indice te leveren, welke verdere verklaringen overbodig maakt. A Rolzaal van den Hove Provinciaal. B, C en D Kelders onder de (vergroote) iste raadkamer C (z. g. Zaal van de Lairesse). E. Gang naar de raadkamer en het leenhof. F Groote zaal. Fj Kelderingang en Tresorie van de raad- en rekenkamer van de Domeinen van den Huize van Oranje. Fa, F5 en Fe. Gewezen rekenkamers van Holland. F3 Portaal der zaal met aanliggende Leen- en registerkamer. F< Kelderingang. F? De beide „kamers ter auditie van de Gemeene-lants rekeninge”. G Steenen wenteltrap. H Leenhof van Holland. I Request- en Griffierskamer boven in den toren. L Fourneerkamer met (onder) kamers van den klerk en substituut-griffier, en trap daar naast uit de rolzaal. J Traptoren, leidende naar de 2de raadkamer en de beide charterkamers boven de rol. K Drukkerij van de Staten van Holland en van de Algemeene Staten, enz. L Portaal tusschen de Groote zaal en het Hof. M Vierkante toren (z. g. Haagtorentje). N Gevangenhok (z. g. Bedelaarshok) met kamertje

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 145