i43 HET BINNENHOF VAN I247 I747. 13) (pag. 49.) De poorten zullen smal geweest zijn; maar ook de wagens waren in den aanvang zeker niet breed. Tegen 1470 (Utr. Buurspraak boek, f. ia8v.) blijkt, dat de voerwagcns in Holland verbreed waren, waaraan men zich streng te houden had. Sinds 1478 (Idem, f. io8r.) bestond ook die verplichting voor het Sticht zelve. Wanneer beide poorten binnen den hove zijn vervallen voor goed, blijkt niet. In 1648 bestond alleen nog de zuidelijke poort, doch min of meer als ruïne. (Ising’s Binnenhof, Groote Zaal, Pag. 33-) u) (pag. 49.) 1350. nor. Item Rytgher van een nieuwe strate te maken binnen den hove van de valbrugghe tot Zodtekaans porte. 1410 .poyn gevoert voirt portael van der Zael, so men totter Capellen gaet. 1441. Aerde gevoert tot enen ganck tusschen die poirte van die grote zael ende der middelste poirte van den voirsz. hove ende een ganck gemaict tusschen de capelle ende die raetcamer (W) aldair. 15) (pag. 49.) In 1403 lag het „grote tournoyvelt” onmiddellijk ten zuiden van zeker erf en hofstede „int Voirhout”. In 1352 werd er „door myn Here van Hollant een tornoy geslaghen”. (Kroon, a. v., p. 137). Waarom of, na 1606 ongeveer, het terrein voor den Doelen den naam van Tournooiveld verkreeg. (ld., p. 276) is niet duidelijk. Uit de rekeningen blijkt alleen, dat in 1387 (25V.) zekere som betaald werd voor „misse, daer die putte opt tornoeysvelt mede ghevollet ende gheeffent syn”, houdende dit feest mogelijk verband met het tegen dien tijd gesloten huwelijk tusschen Willem van Oostervant en Margaretha van Bourgondië. Hier schijnt de Kneuterdijk bedoeld. 10) (pag. 50.) 1352. 29V. die strate te maken voir die coken .ende dat gruys te cruden uter zale voir die coken. 17) (pag. 50.) In deze blijkt het navolgende1352. 29V. Item om dat proyel te reynen after myns heren earner (bij p’) i 1354. 12) (pag. 47.) Eigenlijk kon men oorspronkelijk met de tweede poort volstaan, zoodat niet onmogelijk de noordelijke poort en brug eene uitvinding is van Hertog Willem V, meer in de nabij heid zijner eigen woning, terwijl dat onder hem ook de aanleg van tuinen binnen den hove voor den dag treedt en het hof zich meer weidsch schijnt te gaan ontwikkelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 155