HET HUISHOUDBOEK VAN JOSINA VAN DORP.
7
De regeling
Een stoop is een dubbele kan, vier pinten.
De regeling van alle zaken betreffende de erfenis ver
wekte jonkvrouw Josina nog heel wat beslommering. Daar
waren, buiten de verrekening van den verkochten boedel,
de leenen in Holland en Zeeland, die verheergewaad
moesten worden, pachten en tienden, die nog ontvangen,
daarentegen eenige oude schulden, 'die betaald moesten
worden. Maar ook het gezellige leven hernam weldra zijn
eischen.
De vastenavond van 1601 werd gevierd met een feeste-
lijken maaltijd, waarvoor „speelluyden” gehuurd waren
tegen 18 =g. Margriet „het groene vischwijf” ontving
40 voor visch. Daarbij kwam voor 900 oesters 10 =g
16 st., voor vruchten en banket 7 =g, voor vier stoopen x)
„Rinsche wijn” 5 jg 12 st. De dienstboden werden getrac-
teerd met „een tonneken Fransche wijn van 10 stoopen”,
waarvoor 5 dg in rekening wordt gebracht, waaruit blijkt,
dat de Rijnwijn, die bij elke gelegenheid afzonderlijk werd
gekocht, dubbel zooveel kostte als de Fransche wijn.
Herhaaldelijk vinden wij jonkvrouw Josina op reis, nu
eens naar Middelharnis of naar Zeeland, blijkbaar tot
regeling van zaken, dan weer naar Brabant of Luik. Hier
voor zullen wel familieredenen geweest zijn, daar haar
moeder, Antoinette Grellet, de dochter geweest was van
den baljuw van Tournehem in Artois, en haar zwager
Jan du Bosch uit het kwartier van Aalst afkomstig was.
Wij treffen trouwens een post aan van 32 ±g voor het
verheffen van het leen van Fromont. Maar bovendien was
zij zeker katholiek gebleven, en te Luik hield zij zich lang
genoeg op om er het burgerrecht te krijgen. Van dit ver
blijf ontbreken echter de aanteekeningen in het „Manuael”.
De oorlogstoestand schijnt haar geen zorg gegeven te