HET HUISHOUDBOEK VAN JOSINA VAN DORP.
9
op en een request, en nu gaat neef Filips du Bosch er
op uit om den dief op te sporen. Hij wordt vergezeld
door zijn knecht Augustijn, die daarvoor van zijn gastheer
te Antwerpen een rapier geleend heeft, en vindt Anthonie
eindelijk te Calais.
Heel veel is daarmede echter niet gewonnen. Wel weet
Filips Anthonie mede te krijgen, maar nadat deze op
kosten van jonkvrouw Josina gedurende een drietal weken
is „bewaert” door den meijer van Berchem en een paar
anderen, ontsnapt hij, en de jacht begint opnieuw. De
luitenant van den ambtman wordt er in gemengd om de
medeplichtigen van Anthonie op te pakken; de „sepier
op Treurenburch” krijgt alvast een paar gulden in de
hand „meynende Anthoni daer te leveren”; twee knechten,
van Montgaillard worden tot tweemaal toe aan de poorten
van de stad ’s morgens en ’s avonds ettelijke uren op post
gesteld, en drie andere poorten worden bewaakt door
twee mannen en een meisje; een man, die „tot Wille-
broeck geweest is om naer Anthoni te vernemen of hij
daer gevloden was” brengt daarvoor 26 in rekening.
Het blijkt in dien goeden ouden tijd erg duur geweest te
zijn gestolen geld terug te krijgen, en er is bovendien
alle reden om te vreezen, dat jonkvrouw Josina goed
geld naar kwaad geld gegooid heeft, want van den afloop
vernemen wij niets.
De gespecificeerde rekening, die jonkvrouw Josina ge
houden heeft van de uitgaven ten behoeve van haar drie
pupillen, werpen ook eenig licht op de kosten van het
onderwijs in dien tijd.
Voor Maeyken van Poelgeest wordt in Juni 1605 be
taald „aen Mevrou van den Dael over een jaer mont-
costen van Maeyken van Poelgeest” 100 dg; terwijl boven
dien ongeveer 200 in rekening gebracht wordt voor
haar kleeding. De titel van Mevrouw, nog vrij zeldzaam