HET BINNENHOF VAN I247— I747.
175
ten behouve van den secretaris Adriaen van Myle aen voorn,
casteleynie getimmert. Betaeltvoor ’t maecken van seeckere
twee camerkens, respondeerende op den thuyn voor de caste
leynie van voorsz. hove. 1629. 317V. eenige nieuwe wercken
omtrent de raetcamer van de raden van staten. 334r. over
de leveringe van een hartsteenen poirt ten dienste van de
raden van staten.
1609. 387V. Blijkt de kastelein vergunning gehad te hebben te
OOr. rm... colo mot een galerye” ende anders by
van voersz. conchergerye,
de conchergerye is volmaect.
meubileering wordt hij mede
109) (pag. 118.) Hier valt het navolgende mede te deelen:
bouwen „een grote sale met een galerye” ende anders by
hem tot gerieft' ende siraet van voersz.
tselve werck ter eeren van
(Voor de groote kosten van
schadeloos gesteld). 390V. Blijkt een kamer afgeschoten in „de
nieuwe gaelderye in de casteleynie”. 1622. 2421'. 100 u.' sub
sidie aan den kastelein verleend voor een hem in 1611 geaccor
deerde te maken galerij „tot bevrydinge van de hoft’ van
deselver casteleinie”.
N. B. In 1586 (1491-. en v.) was nog Joris Adriaensz. b. v. con
cierge; en Everard Quirynsz. de kastelein. In 1665 (317V.) werden
beide ambten vervuld door één persoon, t. w. Cornelis Bex.
110) (pag. 119.) Dat oorspronkelijk de Hooge Raad in de
kasteleinij of conchiergerie werd ondergebracht, schijnt ook
uit de rekeningen te blijken. Ook werd in 1582 de z. g. stove
voor dien raad aangewezen, waarmede bedoeld kan zijn de
nieuwe stoof van 1520 (zieaanteekening 83), waar de admi
raliteit dan gevestigd werd na het vertrek van Leycester.
Omtrent de oorspronkelijke inrichting verneemt men1582. 139V.
Jan, de Stoelstrayen op te Geest, van coop ende leveringe
van elff mansstoelen mit hoge leening, ook hout gekocht
te Delft alle welcke houdt ende stoelen soo in de raet
camer, pleydoye, als in de griffe van den hogen raede in
Hollant geemployeert ende gebruyct syn. 1584. 1361'. Blijkt de
kastelein verlof gehad te hebben om zekere penningen te
vertimmeren aan twee cameren, gemaict van de zaele onder
de pleytcamer van den hoogen raedt. 1371'. Vier schoorsteenen
gereinigd in „d’oude liberie”. I38r. Voor besemen ende vlogelen,
van dat zy de bovencamer ende trappen in de liberie, daer die
Generale staten van Brabant gebesoingneert hebben, gereynicht
ende geboent hebben. 1586. 1561’. Geprepareert in de „secreten
raetcamer” van den hogen raedt.