I.
Holland.
DE JURISDICTIE-GESCHILLEN TUSSCHEN
HET HOF VAN HOLLAND EN DEN MAGISTRAAT
VAN DEN HAAG.
het Hof van
De oprichting van
Ik heb mij voorgenomen, om in de Bijdragen en
Mededeelingen de Jurisdictie-geschillen, die gedurende
bijna tweehonderd jaren het Hof van Holland en den
Magistraat van den Haag verdeeld gehouden hebben, in
bijzonderheden te behandelen, den aard en den omvang
dier geschillen te onderzoeken en hunne oplossing mede
te deelen, in de betrekkelijk weinige gevallen, waarin
die geschillen tot eene oplossing kwamen.
Ik acht het echter wenschelijk, om vóór de behandeling
van dat omvangrijke onderzoek vast te stellen wanneer
het Hof van Holland is opgericht en wanneer het bestaan
van den Haag als vaststaande mag worden aangenomen.
Immers in zeer vele jurisdictie-geschillen, d. i., ge
schillen over de vraag, wie, het Hof of de Schepenbank,
bevoegd was, een of ander burgerrechtelijk geschil of
een of andere strafvervolging te berechten, was het bij
de hoogst gebrekkige belijning van elks bevoegdheid een