DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ. 200 konde verkrijgen. Het moge thans vreemd klinken, toch schreef men den langzamen gang der justitie toe aan het groot aantal leden van den Raadhun aantal name lijk was langzamerhand tot 28 geklommen, zonder dat kunde en bekwaamheid de redenen van de benoeming van vele hunner geweest waren. Philips trachtte door twee ordonnanties in 1458 en 1460 eenige verbetering i-n den toestand aan te brengen echter niet door het aantal leden van den Raad te ver minderen, doch zijne pogingen hadden geen gunstig gevolg: van eene vaste, geregelde en geëerbiedigde recht spraak konde immers geen sprake zijn, zoolang een politiek lichaam, deels samengesteld uit personen, die voor hunne taak niet berekend waren, als bijzaak met de rechtspraak was belastdaarvoor was noodig de -oprichting van een collegie, dat uit kundige rechtsgeleerden bestaande, uit sluitend, althans hoofdzakelijk bestemd was tot de behan deling van rechtszaken, welks uitspraken beslissend waren en konden worden ten uitvoer gelegd. Zoo begreep het Karel van Charolois, die door zijn vader met het bestuur over de Nederlandsche gewesten was belast. In 1462 besloot hij het rechtswezen in Holland voor goed te regelen en op vasten voet te stellen, en zoodanige regels voor te schrijven, dat de rechtzoekenden waarborgen ontvingen voor eene goede, goedkoope en spoedige rechtspraakde ordonnantie van Karei werd met eenige wijzigingen in het volgend jaar door Hertog Philips goedgekeurd en van kracht verklaard, waarbij hij tevens de ambtenaren, die het nieuwe collegie zouden samenstellen, benoemde en hunne wedden vaststelde. De ordonnantie van 1462 bevatte hoofdzakelijk de vol gende bepalingen De Raadkamer van den Raad van Holland, Zeeland, en Vriesland, op verschillende plaatsen ook het Hof ge-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 212