201
den Stadhouder als President
nemen; voorts werden bij die
DE JURISD1CTIE-GESCH1LLEN, ENZ.
naamd, zoude voortaan zijn samengesteld uit den Stad
houder over die gewesten en acht Raden „notabele
„mannen, wel besocht ende geëxperimenteert in saecken
„van justitie”; een hunner moest worden aangewezen,
om bij ontstentenis van
diens functiën waar te
Raadkamer benoemd:
i°. een Advocaat-fiscaal, die de memoriën moest op
stellen en moest pleiten in alle zaken die den Hertog of
zijne Hoogheid, d. i. zijne Hoogheidsrechten, en in die
welke arme en ellendige personen betroffendat alles op
de wedde, die de Hertog hem zoude toekennen; voor
andere personen mocht hij even als andere advocaten voor
loon en salaris opkomen
2°. een Procureur-fiscaal, ook Procureur-generaal ge
noemd, die een substituut schijnt te hebben gehad, waarvan
het evenwel niet blijkt of deze eene vaste aanstelling had, of
dat hij alleen door den Procureur-fiscaal werd aangewezen
om hem bij ontstentenis, door afwezigheid of anderszins te
vervangen, welk laatste mij het meest waarschijnlijk voor
komt. De Procureur-fiscaal moest tweemaal per jaar alle
baljuwschappen en schoutambten in Holland, Zeeland en
Friesland rondreizen en overal den noodigen tijd ver
toeven, om een onderzoek in te stellen naar aanslagen,
gepleegd tegen de rechten en de Hoogheid van den Hertog
en tegen geestelijke personen, weduwen, weezen, arme
en onnoozele personen, die onder den algemeenen naam
van geprivilegieerde personen werden aangeduidhij moest
alle klachten onderzoeken, die hem daaromtrent werden
gedaan, en speciaal moest hij nagaan, welke crimineele
feiten verjaard warenonder dit laatste werd verstaan
misdrijven, die, omdat de dader niet was gevat of niet
bekend was, of om eenige andere reden niet waren be
recht binnen één jaar na het plegen van het feitdie