DE JURISDICTIE-GESCHILLEN, ENZ. 202 misdrijven werden, zooals later zal blijken bij het Hof onderzocht en afgedaan. Eindelijk moest de Procureur- fiscaal onderzoek doen naar het beheer der Dijkgraven en Heemraden. Na zijne terugkomst in den Haag, moest hij in de kamer van den Raad rapport uitbrengen om trent al zijne werkzaamheden en onderzoekingen; de kamer beslistte welke zaken hij moest vervolgen maar alvorens iemand in rechte te dagen, moest hij voorloopige informatiën inwinnen, en deze aan het oordeel van den Advocaat-fiscaal onderwerpen; eerst wanneer deze het onderzoek voldoende achtte, mocht hij zijne dagvaarding uitbrengen 3°. een Rentmeester der exploiten, die de kosten en onkosten moest betalen van alle zaken, die vanwege den Hertog werden aangebracht; 4°. een Griffier, die de appointementen en sententiën van den Raad moest registreeren; deze en alle andere stukken van den Raad uitgaande moesten voortaan op perkament en niet meer op papier worden geschreven de Griffier hield de rol der aangebrachte zaken en be vestigde die aan de deur der zaal, waarin die zaken behandeld werden, aan diezelfde deur hing hij een bord met het opschrift: Curia vacat, in de drie vacanties van den Raad en op de kerkelijke feestdagen, waarop geen zitting gehouden werd, en acht dagen vóór dat de eind- arresten werden uitgesproken bevestigde hij aan die deur met het zegel van den Raad eene lijst der zaken waarin de definitieve beslissing zoude worden gegeven. De Grif fier hield voorts twee registersin het eene teekende hij aan de namen der partijen met opgaaf van den dag, waarop hunne zaken dienen zouden, in het andere ver meldde hij de deliberaties in raadkamer, benevens de namen der leden, die aan die deliberaties deel namen. 5°. Twee bezoldigde Secretarissen, die niet in de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 214