EEN „IN MEMORIAM” GEWIJD AAN DE AMSTER-
DAMSCHE VEERKADE, DE STILLE VEERKADE
EN DE PAVILJOENSGRACHT TE JS-GRAVENHAGE.
Het Gemeentebestuur van s-Gravenhage vond goed in
het jaar 1901 te niet te doen, het werk, dat de Vroedschap
van het vlek „die HagheJ’ in het begin der XVIIde eeuw
met veel kosten had tot stand gebracht, het liet dempen
de Amsterdamsche Veerkade, de Stille Veerkade en de
Paviljoensgracht en tegenover het standbeeld van Baruch
Spinoza, den grooten denker, die zich vruchteloos ver
diept in dit dempings-vraagstuk, zal nu ergens een gedenk-
teeken worden geplaatst, in vier basreliëfs voorstellende
Ende zij zeiden: «Laet ons onze steden uitbreiden door grachten
te graven, ende daerneffens wegen aen te leggen
ende de gronden tot huijs-erven uit te geven.'”
Ende zij deden alzoo. «Ende de steden der
kinderen Nederlands, sij werden vol van welvaert,
ruijm ende aangenaem om te zien ende om be
woond te worden, ende sóó, waren er geene andere
in het werelddeel van Europa.
„Ende in alle deze hunne steden, werden
groote schilders geboren.”