220 Op elk dier beide vragen nu, zal ik trachten een ant woord te geven. EEN „IN MEMORIAm”, ENZ. recht tegenover elkander staande, van die elkaar ver nietigende daden, wat toch deed onze echt zakelijke voor ouders besluiten om met heel veel kosten zich grachten te graven en wat toch deed onze, immers slechts uit knappe mannen bestaande, Gemeenteraden besluiten om met groote kosten die zelfde grachten in langwerpige straat-pleintjes te veranderen? Zoodra in de vroegere eeuwen van haar bestaan, eene oud-Hollandsche stad zich moest of wilde uitbreiden, dan maakte zij hare buiten- of verdedigings-gracht, die tot dusverre met hare omwalling of ommuring ten taak had voor hare veiligheid te zorgen, tot eene binnen- of bedrijfs-gracht, en dit, voor zoover zij zich natuurlijk binnen het uitbreidings-terrein uitstrekte en ter zelfder tijd, werden dan in verband met die nieuwe binnen-gracht, verschillende andere bedrijfs- of verkeers-grachten uitge dolven, en deze dan meestal ter weerszijden, doch soms ook slechts aan ééne zijde, met wegen en later met straten voorzien. Niet zelden werden bij speciale Keuren, door de stedelijke overheid enkele dier nieuwe grachten dan voor bepaalde bedrijven of speciale neringen aangewezen, of tot bijzondere leg- of markt-plaatsen bestemd, en de bij die neringen of bedrijven direct of indirect betrokkenen, zij vestigden daar dan hunne woningen, hun werkplaatsen en pakhuizen, terwijl de meer rustige grachten, bij voor keur gezocht werden door de deftige burgers en als woonplaats door de kooplieden. En langs al die grachten, meerendeels met houten beschoeiingen voorzien en niet zelden met spoel- of

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 233