225
i5
de Oude Gracht te Utrecht nog eene tweede,
z. g. oWw-gracht langs het
EEN „IN MEMORIAM”, ENZ.
stelden
te
o. a.
eene
variëteit en met hun overhangend groen en hun bloemen
en door- en inzichten daar op uit; en zelfs daar, waar de
achtergevels of lage uitbouwtjes die gracht-zijde begrenzen,
zit daarin nog vaak eene speling van vormen, van daken,
van hoogten, van diepte en van kleur, bij gunstige be
lichting de verrassendste effecten gevend, of wel, die
achtergevels, zij openen zich even boven den waterstand,
elk in eene galerij, die tot los-of laadplaats, tot speelplaats,
tot zitje, of, tot ik weet niet welke andere doeleinden
werd benut, en nu aan zoo’n gracht weder een geheel
ander, nog veel karakteristieker effect geeft.
En daar, waar de gracht-waterstand een drie of vier
Meter of meer, geregeld beneden bovenkant bestrating
bleef, daar benutte men die hoogte onder de straat tot
overkluisde kelders, die, in aansluiting met de kelders
onder de huizen, dan de bewoners dier huizen in staat
om van uit hun woningen direct in de schepen
kunnen lossen of laden, terwijl dan soms, zooals
in
beneden loskade, de
water was aangebracht.
En de kleinere, vaak smalle verbindings-grachten,
niet door wegen of straten begrensd, maar de scheiding
tusschen twee tegenover elkaar gelegen reien huiserven
vormend, zij zijn soms nog het allerschilderachtigst, want
over die grachtjes heen vindt men soms allerlei leuke
houten uitbouwsels, uitstekken en uitkijkjes, hier planten
en bloemen op of tegen rekjes, ginds een halve wasch,
elders weer iets anders, hier een trapjes topgevel, daar
een bemost rood pannen dak, hier een ietwat overhangende
boom en daar naast een groen geschilderd of geteerd
bergplaatsje, kortom van die in-typische gracht-zichtjes,
zooals Dordrecht en Amsterdam, zooals Rotterdam, Gouda
en Oudewater ze gelukkig nog bezitten.