22Ó
EEN „IN MEMORIAm”, ENZ.
Dit alles te zamen gaf aan onze Hollandsche steden
iets bizonders, een eigen cachet, en een eigen karakter, die
grachten, zij werden het onmisbare bestanddeel dier steden,
onmisbaar, zoowel in praktischen als in esthetischen
zin, zij juist gaven aan onze Hollandsche steden, dat
vriendelijke, dat gezellige, dat ruime, dat levendige, dat
frissche, dat schilderachtige, dat altijd op nieuw treffende,
wat steden zonder binnen-grachten moeten missen, en de
vreemdeling, hij is dan ook nooit uitgepraat over die
steden, in welke in bijna alle straten schepen liggen, over die
steden schijnbaar uit bebouwde eiland-groepen bestaande,
door bruggen van allerlei vorm verbonden, zooals
Amsterdam, dat zóó bezien, op een 90 eilanden is gelegen
door een 300-tal bruggen vereend.
En de huizen langs die grachten, meest alle in een
voudige of sierlijke topgeveltjes eindigende, bijna alle
met een hijschbalk, vele, als waren zij nieuwsgierig, iets
overhangende, onderscheidene met eene op den steeds
onmisbaren stoep uitgebouwde potkast, of met een in
dien stoep neergaanden kelderingang voorzien, zij hadden
vaak op ’t allerleukst met behulp slechts van enkele gewone
houten posten een glazen voorhuis, dat tot winkel en
tot werkplaats tevens niet zelden diende, terwijl een ter
halver raamhoogte aangebrachte luifel de stoep overdekte
en deze tot een geschikte uitstal-plaats maakte, zoodat,
op marktdagen die stoep en ook de potkast vol stonden
met allerlei koopwaar, en de luifel ten overvloede dan
nog behangen was met alles wat er maar aan hangen kon.
Uithangborden in allerlei kleuren en vormen, zij riepen
u reeds van verre, opschriften in rijm en niet zonder
humor soms op de luifels aangebracht, deden mede hun
best om uw attentie te trekken, aan de kaden piepten en
kraakten niet zelden de typische houten windassen en de
kleine houten kranen, en bij de veer- en zakkendragers-