247
EEN „IN MEMORIAM”, ENZ.
Met uitzondering van het overgebleven gedeelte Prinse-
gracht met de Prouwers-gracht, van de Hooi-gracht met
den Nieuwen Uitleg en van het Spui met de Nieuwe Haven
en de Houtmarkt, en van den Hof-vijver, is straks alles
gedempt, wat zich aan gracht of vijver, binnen het door
Singels omsloten s-Gravenhage der XVIIe eeuw bevond;
de ideaal-toestand is dan bereikt, het Vipver-terrein kan
dan nog tot woon-erven worden ingedeeld en verkocht
en in het Voorhout een schouwburg worden gebouwd,
terwijl ook het Plein desnoods mede nog tot straten
en huis-blokken kan worden verbruikt. Geen stinkende
grachten hinderen u dan meer, geen noodelooze ruimte
vindt ge dan meer, en drukker dan ooit voorheen, zal
’s-Gravenhage dan natuurlijk bezocht worden door vreem
delingen, benieuwd naar die Hollandschen ideaal-stad,
die al haar grachten heeft gedempt en al haar pleinen
en open ruimten, tot zelfs haar duin-gronden toe, heeft
benut en in huis-blokken heeft omgezet.
De laken-bereiders van voorheen, zij zijn met hun
„neeringe van de Draperie,” oudtijds de voornaamste, de
drukste, voorgoed verdwenen, hen volgden sedert de
bier-schepen, de veer-schepen, de trek-schepen, de jachten,
enz. De kunstschilders en alle wandelaars met een open
oog voor schilderachtige stads-gezichten ook zij, zullen
dan weldra totaal verdwijnenminimum-loon en maximum-
werktijd zoekers komen hen dan vervangen, en waar eer
tijds onze grachten lagen, daar rijden dan full speed
electrische trams, en vindt men fiets- en automobiel-banen
alles en een ieder heeft dan evenveel haast, niemand heeft
er dan tijd zelfs om te loopen, laat staan om te wandelen of
om iets te zien of op te merken, en „het dorp der dorpen
geen,” ’t is dan weinig meer dan eene woon- en eene
werk-doos, waarin zij, die niet meer kunnen of niet meer
behoeven te werken, en ook zij, die ziek of zenuwachtig