248 EEN „IN MEMORIAM”, ENZ. De Amsterdamschc Veerkade, de Stille Veerkade en de Paviljoens-gracht zij zijn nu gelukkig gedempt, dat is weer af, behoudens nog de aansluiting bij den Zuidwal. Bij herhaling hoor ik echter vragen, waarom zijn die drie grachten toch eigenlijk wel gedempt? Zijn zij ge dempt, omdat zulks bij herhaling in adressen aan den Raad dezer Gemeente gericht, zóó beslist was gevraagd of verlangd? Zijn zij gedempt, enkel en alleen, om dat zij op enkele zomerdagen, na lange droogte, soms nog wat onaangenaam konden geuren? Zijn zij ge dempt, in de stille hoop om de Wagenstraat wat te ontlasten en een deel van het verkeer nu over de Paviljoens-gracht te zullen leiden? of zijn zij gedempt, om dat zij gerioleerd zouden worden en dit door demping dier grachten dan veel eenvoudiger kon gaan? Wat in dezen den doorslag heeft gegeven, weet ik niet, doch al die overwegingen te zamen, zij wettigden noch volstrekt niet een zoodanige schennis, van dat nog werkelijk mooie stukje Oud ’s-Gravenhage. Die grachten, zij zijn blijkbaar gedempt, omdat bijna niemand uit het college van B. en Wof uit den Raad meer iets anders in onze binnen grachten ziet of wil zien, dan verdriets-dingen, die opgedoekt moeten worden; in al de verhandelingen van onzen Raad, van af 1850, vond ik, en dat is toch wel opmerkenswaardig, geen enkel woord van waardeering voor geen enkele onzer grachten zelfs, zij worden alle zonder onderscheid maar kort en wel uitgemaakt voor zijnde, herstelling zoeken, zich niet meer als vroeger bij voorkeur ’t huis gevoelen, het is dan eene uitsluitend praktische, eene bureau- of zaken-stad geworden, wier binnen-gedeelte men, zoo mogelijk, eiken dag direct ont vlucht, zoodra men zijn zaken gedaan of zijn kantoor of winkel gesloten heeft.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 261