252
genoemd de Geplaveide Gracht, een naam, van lieverlede
tot Paviljoens-gracht verbasterd.
Die gracht zij liep toen door van af de Cingel-gracht
tot op de Markt in de aldaar overbrugde Prinsengracht;
in den zuidoostelijken hoek der markt, springen de huizen
van wege die vroegere markt-gracht nog 5 M. terug.
Beoosten de geplaveide gracht lagen de Ramen, de
gronden, met vaartjes doorsneden, alwaar de laken-be-
reiders op ramen hunne gekleurde lakens spoelden en
uitlegden, tot na het verloop dier nering, ook die gronden
werden bebouwd en daarover reeds in 1609 de Raam-
straat werd aangelegd’. Bewesten de Geplaveide gracht was
in het jaar 1616 nog bijna alles weiland, in dat jaar echter
stichtten de Heilige Geest-Meesters het nog bestaande
Heilige Geesthofje met zijn 36 lage huisjes of kamers in
’t vierkant rond een groote tuin aangelegd, een tuin met
een hardsteenen pomp in ’t midden en door eene klinker-
EEN „IN MEMORIAm”, ENZ.
„Voor desen wierden in dit slijck en vuijle nat,
„Bij koude wintertijdt de Paerden afgemat,
„Nu draeft men er over heen, en een Paert kan meer trecken
„Als vier voor desen dêen, hoe dat men haar sach recken:
„Nu kan den Huijsman met sijn wagen vol gelaen
„Van Fruyt, of Suijvel naar de Haegsche Marct toe gaen:
„Nu kan den Adel met haer Koetsen hier gaen rijden,
„En haer verlustigen bij soete Somertijden”.
Hoe betrekkelijk zeldzaam een bestraatte weg nog in de
tweede helft der XVIIe eeuw alhier was, blijkt o. a. mede uit
de geschiedenis van den „Steen-wegh van dm Haghe op Sche-
vening”, waarvoor Constantijn Huijghens reeds in 1643 een
ontwerp had gemaakt en al de voordeèlen aan den Magistraat
van ’s-Gravenhage had aangetoond, toch duurde het nog tot
den i6en November 1665 alvorens die straat eindelijk gelegd
en voltooid was, eene zaak destijds van zoo groote importance
geacht, dat de ontwerper, daaraan zelfs in 1666 (op 70-jarigen
leeftijd) nog een gedicht wijdde van 34 bladzijden lengte, ge
titeld: „De Zee-straet van ’s-Graven-Hage op Scheveling.”