203
der (koop)conditiën
en voor copie authen-
HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIR”, ENZ.
voor
tique en
etc. voor den koop van een (het) huis in de vorige
extentie gemeld, alsbedongen rantcoenpenningen, be
dragende volgens art. 12 der (koop)conditiën van eene
som van ƒ16600ƒ830.—
voor de conditiën en voorwaarden - 24.
arm(en)geld 8.
zegel der (koop)conditiën 6.12 s= t 14.12
f 868.12
waarvoor ordonnantie van betaling is gedepecheert op
gemelden ontvanger Le Jeune.” (Archieven der posterijen,
Rijksarchief ’s-Gravenhage).
Na het lezen dezer resolutie van 26 Maart 1755, zou
men geneigd zijn te gaan denken, dat er toen te ’s-Gra
venhage geen postkantoor bestond, dat er in het dorp
den Haag, vóór den aankoop van dat pand geene ge
legenheid bestond om een brief van elders te ontvangen
of er een naar eene andere plaats te verzenden, doch
dan zou men verkeerd denken, er bestonden zelfs te veel
postkantoren, hier en daar in verschillende straten ver
spreid al naar gelang der woonplaatsen van de door de
postmeesters aangestelde commiesen, die daarin hun bureel
hielden. Doch er bestond vóór dien 26 Maart 1755 in
den Haag geen eigen algemeen postkantoor.
Wanneer het eerste zoogenaamd postkantoor, of mis
schien beter uitgedrukt, sedert wanneer er in ’s-Graven
hage gelegenheid bestond om met den of met eenigen
post brieven te verzenden en per dezelfde gelegenheid
antwoord te ontvangen, hoe gebrekkig en langzaam zulks
ook ging, weet ik niet juist te bepalen; 29 Sept. 1660
vindt men reeds de uitgifte der Engelsche posterij aan
Quentijn de Veer (baljuw Verius) en Jacob van der Hoeven
voor hen en hunne erven; 12 Mei 1682 aan den minder
jarigen Willem Gerrit Dedel, die zelf als postmeester
aanbleef alhoewel hij 22 Jan. 1691 secretaris werd van