264
Fransche post in die io jaren
99892 16 15, en dat in een
zoo gebrekkig ingericht waren,
en het vervoer geschieden moest
x) Ik zeg groote baten. In de, in het Rijksarchief berustende
archieven der Posterijen 1752—1790, vindt men de lijsten der
verzochte opgaven van ontvangsten en uitgaven in de ver
schillende steden van 1738 tot 1747. Die dorre opgaven hier
te laten volgen strekt tot geen het minste nut meer, alleen
wil ik er uit mededeelen, dat in ’s-Gravenhage de zuivere
ontvangst der Brabantsche en
de belangrijke som beliep van
tijd, toen de posterijen nog
niet zoo uitgebreid als nu 1
per schip of paard, waarvoor duizenden moesten betaald worden.
De vriendjes trokken dus ieder jaar nog al een aardig sommetje
waar ze toch niets voor moesten doen, dan hun naam zetten,
en wat toezicht houden, dat de ambtenaren goed hun plicht
en hun best deden en de zakken der possesseurs niet
benadeelden.
Men leze hierover het werk van Jhr. Mr. J. de Witte van
Citters „Contracten van Correspondentie en andere bijdragen
tot de geschiedenis van het ambtbejag in de Rep. der Ver.
Neder!.”, wordende daarin eene nauwkeurige geschiedenis ont
plooit over de schandelijke organisatie der familieregeering,
eene samenspanning van de eerste klasse der staatsburgers
HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIR”, ENZ.
Amsterdam; 2 Febr. 1684 verkreeg de minderjarige
Francois Fagel ook eene posterij enz., verder blijkt uit
de resolutie van den magistraat van den Haag van 20
Juni 1747, dat de gemeente, even als zooveel andere in
de provinciën Holland en Westfriesland, toen verschillende
posterijen in eigendom bezat, doch in plaats van die
voor eigen rekening te beheeren, te laten uitvoeren en
bedienen en de winsten aan de gemeente uit te keeren,
zooals hun dure plicht was, gaf die vaderlijke magistraat
de administratie en het beheer aan men zou het bijna
niet gelooven aan de vriendjes tegen betaling van
eene kleinigheid, als ’t waar voor eene fooi aan de gemeente;
die vriendjes werden voor hun leven lang als postmeesters
aangesteld, en staken de voordeelen en groote baten in
hun zak in plaats van in die der gemeente x) Een