io
266
en Portugal;
en (de) oostersche landen;
en Groningen
HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIr”, ENZ.
Staten van de provinciën bovengenoemd ten bate van
het gemeene land. Ook deze aanvaarden die gifte en
vroegen daarop, om te bekomen de kennisse van zaken,
aan die zoo vrijgevige magistraten om hun opgaven te
verstrekken omtrent het tot dusver gehouden beheer, ten
einde naar behooren te kunnen oordeelen over het te
maken gebruik van de gedane overdrachten ten beste van
’s lands financiën. Uit de in het Rijksarchief daarover
bewaarde stukken en andere bronnen, willen we daarom
trent wat ’s-Gravenhage aanbetreft, het een en ander
bespreken.
Er wordt dan daarin medegedeeld, dat er zeven poste
rijen bestonden, als
op Duitschland, Zwitserland, Gelderland en Cleve;
2°. op Engeland, Schotland en Ierland;
3°. op Frankrijk, Spanje
4°. op Hamburg
5°. op Utrecht, Overijsel, Friesland
6°. op Zuidholland, Maastricht, Overmaas, Aken, Luik,
Zeeland, enz., en
7°. op Amsterdam en Noordhclland.
i°
In de kleine „Berigtboekjes van ’s Gravenhage”, de voor-
loopers van ons tegenwoordig vrij lijvig adresboek, en waarvan
het oudste bewaarde is van 1701, komen deze posterijen
reeds allen voor behaive die op Hamburg, zij bestond toch,
maar was misschien bij een ander bureel ingevoegd, b. v.
in het iste of 5de. Die zes administraties hadden ieder
zijn bizonder kantoor waar men de brieven kon bezorgen of
bussen. Het eerste werd bediend door den agent Hendrik Helt,
die woonde aan den Oostkant van de Nieuwstraat; het tweede
door Isabella Johanna van Offenberg wonende aan denzelfden
kant dier straat; het derde was op het Binnenhof naast den
drukker der Staten van Holland; het vierde werd ook bediend
door denzelfden agent als n°. 1, het vijfde werd bediend of
gehouden door Adolf Borrebach aan de westzijde van het Spui