270 Dingsdag den Extract uit het Register der Resolutiën van de Edel Agtbare Hoeren balliuw, burgemeesters en schepenen van ’s-Gravenhage. 20 Juni 1747. i) HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIr”, ENZ. van alle kanten klachten op over de uitvoering der poste rijen, of werden de heeren afgeschrikt voor de groote kosten, die op den duur vereischt zouden worden voor de verlangde uitbreiding en volmaking der meer en meer in gebruik komende gelegenheid tot verzending en ont vangst der aangroeiende correspondentie, zooveel is zeker dat Schout, Burgemeesters en Schepenen van 's-Graven hage, dien geheelen boel van hun schouders lieten glijden door hun besluit van dinsdag 20 Juni 1747, waarbij zij besloten om aan Zijne Hoogheid den Prins van Oranje de verschillende posterijen, zooals ze nu reilden en zeilden, „te offereeren” opdat Z. H. na deszelfs hooge wijsheid daarover zou kunnen beschikken, wanneer zij in het toe komende vacant komen te vallen't geen m. i. zeggen wil dat slechts na den opvolgenden dood der possesseurs- vriendjes Z. H. de volle macht en beheer verkrijgen zou der hem geschonken posterijen; doordien er nu bij waren, nog in de kinderjaren verkeerende, kon nog menig jaar ge wacht worden eer de Prins er ten volle over kon beschikken. Op het geproponeerde van den Hoog Ed. Heer baron van Wassenaer, is na deliberatie met een parigheid van stemmen goedgevonden en geresolveert hooggemelde heer balliuw te verzoeken en te authori- seeren, gelijk deselve versogt en geauthoriseert werd mits desen om uit naem van de Magistraat aan sijn Doorl. Hoogheid de heer Prins van Oranje en Nassau, stadhouder, capitein-generaal en admiraal van dese provintie te offereeren, om van de posterijen alhier

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 286