■2JÓ
HET EERSTE
„GENERALE POSTCOMPTOIR”, ENZ.
die nader op de posterijen zal moeten gemaakt worden
niet wel geschieden kan zoolang de Staten niet tot de
volkomen beheering kwam, hetgeen nog vele jaren zou
kunnen aanloopen, in welke tijd vele en merkelijke ver
anderingen, zoo in de postroutes als andersins zou kunnen
komen en ondertusschen embaras zoude geven om orde
te stellen, op de maniantiën van die gedeeltens die van
tijd tot tijd komen te vaceren (open te. vallen)”. Als de
Staten echter nu de posterijen in beheer nemen, zouden
zij Gecommitteerden in staat zijn om hunne principalen
te dienen van hun finaal advis, en op wat voet de directie
ten behoeve van ‘t gemeene land en van diens financiën
alsmede van de correspondentie zoo binnen- als buiten
’s lands, zal kunnen geschieden.
De Staten namen op 19 Juli daaraan volgende, dit ge
wichtig besluit: „Is met eenparige bewilliging van al de
leden goedgevonden en verstaan, dat de administratie en
beheering der post, sonder af te wachten het overlijden
van de jegenwoordige possesseurs, sal werden gebragt aan
haar Ed. Gr. Mog., onder een behoorlijk dedommagement
(schadeloosstelling) aan desselfs possesseurs, gelijk ook
aan alle steden, die anderssins nog eenigen tijd voordeel
van dc posterijen zouden hebben genooten, het selve
dedommagement, in te gaan met den dag waarop het
rendement (de overgave) der posterijen bij het gemeene
land zal beginnen geprofiteerd te worden.”
Hiermede was het beheer der posterijen door de steden
en van de possesseurs ten einde en konden de provinciën.
Holland en Westfriesland, dat zelf beginnen en allengs
die veranderingen en verbeteringen invoeren, die nood
zakelijk en nuttig zouden blijken voor een geregeld en
zich steeds uitbreidend postverkeer.
Met de voorbereidende werkzaamheden voor de nieuwe
dienst waren de heeren Gecommitteerden eindelijk in