277
Willem Kersseboom woonde töen op de kleine bierkade
en Jacques le Jeune in de korte hoogstraat te ’s-Gravenhage.
De eerste en
ook 6 met 7, zoodat er,
vijf postkantoren waren.
HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIr”, ENZ.
den Boetzelaer, Heer van Nieuw
en Wigbold van der Does, Heer
den Haag en daar wonende,
en Mr. Cornells van Collen,
en daar wonende, Mr. Hugo
Rotterdam en daar wonende,
Maart 1752 zóó ver gevorderd, dat op donderdag den
30sten dier maand de eerste vergadering kon plaats hebben.
In deze wordt, om voortaan opzicht te nemen over de
nieuw in te voeren administratie als Commissarissen aan
gesteld, Jhr. Jacob van
veen (reeds genoemd)
van Noordwijk, beide voor
Mr. Hendrik ter Smitten
beide voor Amsterdam
Cornets de Groot voor Rotterdam en
Willem Kersseboom secretaris en Jacques le Jeune ont
vanger der posterijen, beide te ’s-Gravenhage i).
Ook dezen heeren zal het vooreerst aan geene werk
zaamheden ontbroken hebben, want onder het departement
der heeren van Nieuwveen en van Noordwijk, ons alleen
bepalende bij ’s-Gravenhage, behoorden zeven verschil
lende administraties of posterijen, verdeeld op vijf, later
drie bureelen of kantoren
i°. op Duitschland, Zwitserland, Italië, enz.
2°. op Utrecht, Overijsel, Friesland, Groningen, Drenthe,
enz.
30. op Engeland en geheel Brittannië.
4°. op Brabant, Frankrijk, Spanje, enz.
50. op Hamburg.
6°. op de Binnenlandsche steden, die te Alphen wisselen,
genaamd het Zuidhollandsche comptoir en op Zeeland.
7°. op Amsterdam en het geheele Noorderkwartier,
tweede vormden één postkantoor, zoo
zoo wij boven gezien hebben,