28o HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIR”, ENZ. verschillende werkzaamheden der commiesen en andere beambten worden geregeld, zoo ook de boekhouding, de vaststelling der openingsuren van het comptoir enz., is een belangrijk stuk en wel onze aandacht waardigonge twijfeld is deze verordening jaren lang bij het post wezen, na van tijd tot tijd hier en daar eens eene meer of mindere verandering naar behoefte des tijds te hebben ondergaan, in gebruik geweest; ’k wil daarom dat stuk in zijn geheel als bijlage laten volgen en hier slechts even nagaan de veranderingen, die de heeren Commis sarissen van plan waren te maken in de „menigvuldige postkantoren.” De vijf reeds genoemde kantoren zou men al vast met twee verminderen en zouden alzoo worden „gebracht om in drie gesepareerde departementen te worden gedirigeert.” Bij het bureel der Zuidhollandsche- en Hamburgsche posterijen, zou men dat van Amsterdam, Haarlem en het Noorderkwartier voegen, en dat te zamen zou het i® departement uitmaken; derhalve zouden het 6®, 5e en f bij elkander zijn. Bij het Duitsche-, Italiaansche- en Geldersche bureel zou men dat van Utrecht, Friesland, Overijsel en Gro ningen voegen en dat te zamen zou uitmaken het 2e departement, derhalve zouden het ie en 2® bij elkander zijn. Bij het Brabantsche- Fransche- en Spaansche bureel zou men de Engelsche correspondentie voegen en dat te zamen zou het 3® departement uitmaken, derhalve zouden het 3e en 4® zamensmelten. Drie administration, na dat men er vroeger zeven had, was voor het publiek reeds eene groote verbetering, doch eene grootere stond nog voor de deur, wanneer de Commissarissen een vrij eigen „algemeen postcomptoir” konden vestigen, ’t geen echter nog een drietal jaren wachten moest.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 296