284 HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIR”, ENZ. vestig was bij de opening op 1 Juli 1752, nog niet opgelost, doch ik meen gerust te mogen antwoorden in hetzelfde huis, dat later is aangekocht, in het huis van Mevrouw wed. v. d. Waeyen; zoo lang de oude dame leefde zal wel niet het geheele dubbele, huis daarvoor zijn verhuurd en in gebruik genomen, doch ongetwijfeld een gedeelte, dat met het koetshuis en de stalling vooreerst tot een posthuis zal geschikt gemaakt geworden zijn. In het register van het te ontvangen straatgeld, berustende in het archief van ’s-Gravenhage van 1 April 1752 tot 30 Maart 1753 vindt men: „rond de groote kerk,” 11 of 9 huizen, waarvan bewoners of eigenaars waren de erfgenamen van Piek, Maarten Warmond, Heer Stippius, de kosterswoning, de heer Roscam (met 2 woningen), Mevrouw van der Waeyen, Wed. Baartman (met 2 woningen), heer Turnhout 'en heer v. Staveren, en in het volgende van 1 April 1753 tot 30 Maart 1754, komt het „Generael posthuis” tegelijk voor met en on middellijk te staan na of onder Mevr. v. d. Waeyen, tusschen deze en Mevr. Baartman. Was nu 1 April 1753 volgens die geregistreerde aanteekening het comptoir reeds in die panden gevestigd, dan is het m. i. niet te gewaagd voor vast en stellig aan te nemen, dat negen maanden vroeger 1 Juli 1752, het daarin ook wel reeds zal gehouden geworden zijn. Commissarissen zullen het voorloopig gehuurd hebben, vermoedelijk wel in het bijna zekere vooruitzicht, dat na den dood van Mevr. v. d. Wayen, die panden, zoo geschikt in ’t midden der ge meente te koop zouden worden gepresenteerd. Hetgeen dan ook is geschied; het „Generael Postcomptoir” van de oprichting of opening af is dus steeds gevestigd ge: weest op de plaats waar wij het tegenwoordig Post- en Telegraafkantoor nog zien verrijzen. Ongetwijfeld zal het gebouw in zijn 150-jarig bestaan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 300