285
’s-Gravenhage,
1901.
Fred. Caland.
October
November
in- en uiterlijk wel eens eene kleine verandering ondergaan
hebben i), doch de grootste zal wel geweest zijn in 1880
en bij de doortrekking van de Prinsestraat; een sieraad
of monumentaal gebouw is het voor de hofstad echter
nog niet geworden, doch wel reeds veel verfraaid door
de nieuwe gevels enz.
HET EERSTE „GENERALE POSTCOMPTOIr”, ENZ.
Hoe het „Generaal posthuis” er in 1755 uitzag, daarvan
bestaat geene teekening of schets’k zou echter durven zeggen,
dat het uiterlijk eenige jaren zóó gebleven is, als het ten tijde
yan den verkoop was, doordien in de notulen van Commis
sarissen geene melding gemaakt wordt van eenige verandering
van beteekenis,. zoo als van het generaal posthuis te Amster
dam. Dewijl nu omstreeks 1775 de teekenaar Paulus Constantijn
Lafargue het uiterlijke heeft vereeuwigd op zijne teekening
van de noordzijde der groote kerk, waarvan eene verkleinde
gravure voorkomt in ons orgaan, „Die Haghe”, Bijdragen en
mededeelingen, ’s-Gravenhage, Mouton en Co., 1900, tegenover
blz. 150, in het zoo belangrijke stuk „de Groote of St. Jacobs-
kerk te ’s-Gravenhage”, door C. H. Peters, zoo kan men wel
aannemen, dat het posthuis op die teekening voorkomt zooals
het 20 jaren vroeger (1755) was.
Het vertoont een breed dubbel huis van twee verdiepingen;
aan de rechterzijde der deur heeft men vier en aan de linker
zijde, het eigenlijk kantoor, twee ramen, waarboven een bord
waarop men leest „algemeen postcomptoor” en op welks
bovenrand een wapenschild prijkt met den Hollandschen leeuw..
Aan de buitenzijden dier twee ramen is een lantaarn aange
bracht, doch noch bij die deur, noch bij of tusschen die ramen,
waarvoor een houten hek is geplaatst, vindt men eenig spoor
van brievenkassen of bussen, die denkelijk dan in den gang, de
deur schijnt steeds open te staan, zullen gehangen hebben. Vóór
het kantoor staat een aangekomen of op vertrek staand post
paard, door den postrijder in zijn uniform, aan den toom gehouden.