298
DE HAAGSCHE NOTARISSEN.
men bij Hubertus de Clusis
Waderen, Weert, Aalst
in den adelstand verhief, werd hem tevens dikwijls het
recht verleend notarissen aantestellen en te beëedigen.
De gebroeders Herman Martijn Johannes en Petrus
Tuleman, kanunniken van St. Salvator te Utrecht, werden
aldus door Keizer Frederik III in een diploma van 1479
tot Paltsgraven verheven, terwijl hun tevens het recht
werd verleend om openbare notarissen, aldaar tabelliones
of judices ordinarii genaamd x), over het geheele Duitsche
rijk aan te stellen en naar de bestaande gewoonte door
het overhandigen van een zegelring, een inktkoker, een
pen en een stuk perkament plechtig in te wijden en te
beëedigen 2).
Het formulier van den eed, welken de op deze wijze
benoemde notarissen moesten afleggen, is ingelascht in
de acte waarbij Johan Tuleman in 1494 Dirk Pietersz.
Spanjaart, priester en kapelaan van de abdis van Leeuwen
horst tot keizerlijk notaris aanstelt.
In deze acte is tevens opgenomen het diploma van
den Keizer, waarbij Tuleman tot de waardigheid van
Paltsgraaf wordt verheven 3).
Een ander voorbeeld vindt
of van der Cluis, heer van Waderen, Weert, Aalst en
Dommelen, die eveneens door Keizer Karei tot Paltsgraaf
was verheven en bij Gaspar van den Perre, secretaris
van den Raad van Braband.
De acte waarbij deze eenen Gaspar van den Borch
Van der Schelling, p. 200 e. v.
-) Handboek voor notarissen door Mabé en De Vries, dl. I, p. 8.
3) Gedrukt bij van der Schelling, p. 62 78.
Het diploma van zijn verheffing is gedrukt in de Juris-
prudentia Heroïca p. 19—24.
Zie ook v. d. Schelling p. 96 en 97.