DE HAAGSCHE NOTARISSEN. 300 1) Resolutiën van de Staten van Holland. Eenige steden hadden namelijk geklaagd „over de veelheyt ende onbequaemheyt van den notarissen, die hemlieden onderwinden te maken instrumenten van alle contracten ende uuyterste willen daer veel processen ende geschillen uuyt rijsen”. Zij begeerden daarom „dat elck in den sijne de nutste ende bequaemste sal mogen eligeren, zoe veel hemlieden nae grootheyt van der stadt van noode sal sijn; die goet register of prothocol sullen moeten houden ende dat van testamenten ofte uuyterste willen, die in tijden van noode haestelicken gemaect moeten worden.” 1) Den 9den Februari daaraanvolgende, toen de zaak op nieuw ter tafel kwam, werd nog voorgesteld dat „elcke stadt (zal) hebben d’electie van twee, drie ofte vier, nae dat de stadt groot es”. De besprekingen die hieromtrent werden gevoerd, kunnen wij niet volgen; de resoluties geven slechts zeer beknopt het geresumeerde weer. Wij weten slechts dat de pensionaris van Holland, Mr. Aert van der Goes, op last van de Staten den i2del' Februari naar de Landvoogdes en den Stadhouder werd afgevaardigd om, benevens andere zaken, ook dit punt bij de regeering ernstig ter overweging aan te bevelen. Toen hij den isten April van zijne zending terugkwam, kon hij met verwijzing naar het plakkaat dat reeds 10 dagen te voren door Keizer Karei hieromtrent was uit gevaardigd, mededeelendat de hooge regeering in alles toestemde „dat de steden de notarissen zouden mogen eligeeren maar dat de staat op deze electie approbatie zou verleenen.” Bij dit plakkaat dat gegeven werd te Brussel den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 316