DE HAAGSCHE NOTARISSEN. 301 een wettige regeling In Friesland werd het Notariaat voor het eerst wettelijk geregeld bij de plakkaten van keizer Karei van 1531 en 1540. S. Koopman: Het notariaat in Friesland vóór 1811. p. 19 e. v. In Duitschland had een wettige regeling van het notariaat reeds in 1512 plaats gevonden. Schröder p. 825. 2isten Maart 1524, kwam het eerst van het notariaat tot stand Het schijnt dat Aert van der Goes deze zaak monde ling uitvoerig heeft toegelicht; want onder de redenen, die tot het uitvaardigen van dit plakkaat hebben geleid werd niet alleen gewezen op de „simpelheijt ende onabelheijt” van sommige notarissen, maar tevens op de fraude die enkelen plegen in het maken van contracten, testamenten en legaten, terwijl er zelfs gevonden worden, die „gheen registeren, noten ende prothocollen en houden”. Tevens werd hieraan toegevoegd dat „te duchten is, dat zij in hueren instrumenten getuygen gestelt soude mogen hebben, die tot dien tijde doot waren, daer uuyt diverse abuysen dagelijcx geschyen ende vele twisten ende processetusschen onsen ondersaten gebueren tot huerder groten verdriete, schade ende achterdele”. Om in deze gebreken „tot ontlastinghe van de onder saten ende zekerheyt van den partien contrahenten” te voorzien, ordonneerde Keizer Karei dat voor het vervolg in elke stad of vlek niet meer notarissen mochten worden benoemd dan door Burgemeesters en Schepenen zouden worden voorgesteld. Het bestuur van de stad had dus de keuze van de personen en van het aantal, het Hof van Holland daaren tegen moest den betrokken persoon toestemming ver- leenen om de praktijk uit te oefenen. Alvorens die toestemming kon worden verleend moest de aldus door het Gemeentebestuur voorgedragen notaris

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 317