DE HAAGSCHE NOTARISSEN.
303
s) Register der notarissen.
11 Januari 1525 (1526).
door de overheid waren genomineerd, hadden zich niet
verwaardigd om zich bij het Hof aan te melden.
Het Hof besloot daarom in 1526 buiten de nominatie om
een eigen candidaat te benoemen „omme binnen Leyden te
wesen ende texerceren t’officie van t’notariaetscip” opdat
„die stede ende die ingesetenen van dien daer by nyet
en souden wordden verachtert off geïnteresseert”. ')Want
volgens het plakkaat misten de acten van die notarissen
wettige kracht.
In de kleinere plaatsen waren bovendien velen, die
geheel onbekwaam waren om hun ambt behoorlijk waar
te nemen, eveneens nog in functie gebleven.
Om hierin te voorzien werd in het plakkaat van Keizer
Karei „roerende de policie deser landen” van den 7den
October 1531 omtrent de notarissen de volgende bepaling
ingelascht
„Ende om te voorsien up de gebreken, faulten ende
abuysen, die in onsen voorsz. landen gecommitteert wordden
bij de notarysen off tabellyonen, bij eenige uyt simpel-
heyt ende ignorancie ende bij d’andere mit proposte ende
opsetten wille, ter groote intereste van onsen ondersaten,
ende van der gemeender welvairt; hebben wij gestatueert,
ende statueren, dat van nu voortaen nyemant totten
voorsz. state geadmitteert en sal worden, dan vermaerde
ende wel gefameerde luyden, ende deghene, die bij
examinacie ende ondersouck van den Hooft ende Luyden
van onsen Raiden ende Provincialen Rechteren in elck
landt besundere bevonden sullen worden dairtoe expert,
bequaem ende sufficient ende voor sulcke geapprobeert
ende dairafi’ blijcke bij acte van den voorsz. Raeden
ende provincialen Rechteren, ende welcke acte de voorsz.