3o6
DE HAAGSCHE NOTARISSEN.
den Haag voor Lenert
onse brieven van creatie t’admitteren tot d’exercitie van
na goede examinatie op de acte van
schrijving van het gerecht van
Ketting. Bijlage A. pag. 378.
Deze acte benevens de acte van aanstelling legde men
over aan het Hof van Holland.
Het Hof deed onderzoek, liet den candidaat door een
zijner commissarissen examineeren en indien hij bekwaam
bevonden werd, werd hem, zoo we gezien hebben, door
den President of door een van de Raden de eed afge
nomen en acte van admissie verleend.
De eed bestond oorspronkelijk uit 8 artikelen. In 1528
werd er een artikel tusschengevoegd. Bijlage B. pag. 379.
Later werd deze eed tot 15 artikels uitgebreid, terwijl
zij natuurlijk na de hervorming wijziging onderging; x)
na 1572 moesten de notarissen bovendien nog den eed
van „getrouwicheit” afleggen. 2)
Gerart Haechdooren Andriesz. secretaris van ’t Oosteinde van
Vlieland die 23 Sept. 1600 door het Hof als notaris geadmit
teerd werd te Vlieland „opte creatie ende recommandatie van
eenen doctor Palidanus, medicus der stede van Eynchuysen”.
Er werd evenwel bijgevoegd dat dit geschiedde „zonder te
trekken in consequentie”. Register der notarissen.
1) Bijlage A, pag. 380.
2) Missive van de Staten van Holland aan het Hof.
Alsoo wij omme seeckere goede consideration tot dienste
van den Lande geordonneert hebben, dat egeene notarissen
binnen nochte buyten den steden in den Lande van Hollant
ende West-Vrieslandt, haerluyder ampt van notarisschap sullen
exerceren nochte bedienen, ten zij bij dieselve d’abjuratie van
den Coninck van Spaengien ende den behoorlijcken eedt sal
zijn gedaen; ende ten eynde voortaen de voorss. ordre binnen
den voornomden Lande van Hollandt ende West-Vrieslant
eenpaerlijck ten meesten dienste van den Lande mach worden
onderhouden, sullen UweE. gelieven voortaen egeene notarissen
op cr.cc brieven var. -- --- J>-- -
dien, ten sij deselve