307
DE HAAGSCHE NOTARISSEN.
adviezen van het Hof n°. 3
admissie de voorsz. abjuratie ende eedt sullen hebben gedaen,
ende deselfde in de acte van admissie sal wesen gementioneert,
dat sulcks by hem sal zijn gedaen 5 Sept. 1592.
3de Memoriaal Mr. Pieter Hanneman, p. 286.
Plakkaatboek dl. II p. 1439.
d) Register der missiven en
fol. 202.
Alvorens de notarissen den eed aflegden werden hen
natuurlijk de artikelen waaruit de eed bestond, voorgelezen.
Toen onder Leycester, die, zooals wij later zullen zien,
eveneens notarissen creëerden, dit verzuimd werd en de
notarissen wel den eed aflegden, maar geen kennis kregen
van de bepalingen, die voor de waarneming van hun
functie waren voorgeschreven, schreef het Hof den raads
heer Van Loon, die met den Landvoogd in Mei 1586 in
Utrecht toefde eene missive om de aandacht van eenige
leden van den Raad van State en van Zijn Excellentie
hierop te vestigen en te trachten te bewerkstelligen dat
de beëediging wederom op de oude wijze zou plaats
vinden
De Comes Palatini en Protonotarii, die de notarissen
aanstelden, waren meerendeels geestelijken. In het register
waarin de notarissen werden ingeschreven staat van
1557 1571 bij elke notaris vermeld door wien hij was
„gecreëerd”. Een volledige opgave van de namen van
deze autoriteiten, over dat tijdvak, is opgenomen onder
Bijlage C.
Toen in 1572 Holland en Zeeland zich voor het groot
ste gedeelte aan het gezag van den Landvoogd hadden ont
trokken en de Prins van Oranje de teugels van het
bewind in handen had genomen, werden de notarissen
door de Staten van Holland of door hem, als vertegen
woordiger van den Landheer, gecreëerd.