3i4 DE HAAGSCHE NOTARISSEN. „en dat sijluijden hem wel souden Het aantal notarissen was in den loop der tijden in de meeste steden aanzienlijk uitgebreid. In enkele plaatsen was het aantal op het einde der i6de eeuw zelfs buitengewoon groot. De steden hadden over dien overvloed van notarissen geklaagd, zoodat deze zaak reeds op een vergadering der Staten in het begin van het jaar 1594 ter sprake was gebracht. x) Voor de dagvaart, die van 3 12 Maart van dat jaar gehouden zou worden, waren de afgevaardigden der stemhebbende steden uitgenoodigd „openinge” te doen van het aantal notarissen in elke stad, met bijvoeging hoe groot dit aantal zou moeten zijn. Aan deze mededeelingen, die op den nden Januari in de vergadering der Staten werden gedaan, danken wij de volgende opgave „Is verklaert bij die van Dordrecht, dat sijluijden in den haren hebben 12 notarissen en dat sij souden hen mogen behelpen met 6. „Haerlem, dat sij in den haren hebben 6 notarissen ende dat sijluijden noch 4 notarissen Papen wesende daerof twee de exercitie van dien is geinterdiceert, ende de andere twee niet en exerceren, en dat sij genoegh hebben aen ses.” Delft heeft er 11 mogen lijden met 8.” J) Om de te groote toevloed van notarissen op het platte land tegen te gaan, hadden de Staten van Holland bij res. van 5 Dec. 1584 bepaald„dat voortaen in de dorpen ten platten lande egeene notarissen en sullen werden toegelaten dan in de groote dorpen ende plaetsen, stadtsrechten genietende, ofte daer toe gepriviligeert zijnde, ofte daervan allen ouden tijden notarissen zijn geweest.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 332