DE HAAGSCHE NOTARISSEN. 322 daarna a. Waarschijnlijk uittreksels uit de brieven der handelshuizen. R. Fruin. Verspreide Geschriften dl. III p. 350. s) Commissie 2 October 1564. Commissie 12 Februari 1556. substituut-griffier en Voor de secretarissen was de kennis van een beetje latijn evenzeer een vereischte. Zij waren bovendien ge woon acten van allerlei aard op te stellen, daar in de kleine plaatsen en op het platteland, testamenten, pro curaties en andere acten meestal voor Schout en Schepenen werden gepasseerd. Daarenboven was het vooral in de kleine gemeenten gewenscht, met het oog op de concurrentie die notaris en secretaris elkaar konden aandoen, beide functies in één hand te vereenigen. In de tweede helft der i6e eeuw, toen het aantal nota rissen zich langzamerhand sterk had uitgebreid, vinden wij de functie van notaris met allerlei andere betrekkingen vereenigd. De Haagsche notaris Cornells Cools bezorgde o. a. den magistraat de nieuwmaren, zoowel van de kantoren te Amsterdam als uit Frankrijk. Dikwijls waren notarissen werkzaam bij de rechterlijke macht of bekleedden zij belangrijke betrekkingen in de plaats hunner inwoning. Frans Criep was o. griffier van het Hof. De notaris Jan Purtyck bekleedde tevens de belang rijke functie van secretaris van dit college. Twee pensionarissen van Rotterdam, Mr. Gerrit Doedesz. en Mr. Huges van der Goes 2), waren tevens notaris. De pensionaris van Enkhuizen Mr. Garbrant Cloetenius 3) oefende eveneens de praktijk uit.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 340