324
DE HAAGSCHE NOTARISSEN.
Commissie 4 April 1559.
-) Commissie 3 Mei 1589.
a) Commissie 15 Januari 1568 (1569).
4) Commissie 15 Juli 1586.
t) Ars notariatus door Jac. Thuys, notaris te Antwerpen,
1628 uitg. Amsterdam 2<ie dr. 1654. p. 3 e. v. Universiteits
bibliotheek te Leiden.
Bij het lezen van de namen van al die vogeltjes van
diverse pluimage, die het notariaat hebben uitgeoefend,
vraagt men zich af welke de eischen waren, die aan een
notaris werden gesteld.
Hoewel wij hierop geen afdoend antwoord kunnen
geven, meenen wij toch met zekerheid te kunnen ver
zekeren dat zij niet buitensporig hoog zijn geweest.
In een werkje over het notariaat uit het begin der
17® eeuw 5) zegt de schrijver ons: wie het notarisambt
Zoo werd Jan Bourchet (of Boursset), „secretaris van
Jhr. Dirck Snoy [Diederik Sonoy, gouverneur van Noord-
holland] den 7™ Juli 1574 notaris te Enkhuizen en den
i7en Januari d. a. v. ook te Alkmaar.
Andries van Aesche, secretaris van den heer van
Fontes, vice-admiraal van der zee, werd notaris te Veere. r)
Geen betrekking scheen met het ambt van notaris
onvereenigbaar.
Claes Pietersz., castalain van ’t gemeen landtshuys te
Petten, zag zich eveneens tot notaris benoemd. 2)
Jacob van Reijnsberch, „jegenwoordich thollenaer ofte
collecteur van den tholle opte Vaert anders Vreeswijck
genaempt,” werd notaris te Vianen. 3)
Daar tegenover staat dat Mr. Jan Claesz. Buyes, doctor
in de rechten, eveneens het ambt van notaris begeerlijk
vond. 4)