DE HAAGSCHE NOTARISSEN.
333
Eerst had hij den kost gevonden als secretaris van
den generaal John Norrits, dien hij r o jaren had gediend.
Het reizen en trekken moede en om beter in het
onderhoud van zijn „huysfrouw ende zes cleyne kinderen”
te kunnen voorzien, had hij in 1592 het Hof verzocht
om te mogen bedienen „d’officie van openbaer notaris
oft tabellioen”.
Dit verzoek werd hem toegestaan.
Hij vestigde zich in de Poten en verkreeg van de
Rekenkamer toestemming om aan de zuidzijde van het
Binnenhof op zijn kosten een comptoir te doen opmaecken,
alleenlijck van de lengte van 14 ofte 16 voeten neffens
den nieuwen winckel van den goutsmit.
Dezelfde vergunning werd 7 October 1591 op recommandatie
van Schout en Burgemeesters van Nieuwervaart verleend aan
„Mr. Guillaume de Vos licentiaet in de rechten”, die „volgende
sijne briefven van promotie up den 15^11 Aprilis 1569 notarius
imperialis gecreert is geweest ende oock ter exercitie van
dien geadmitteert up den 18 derselver maendt bij mijn Edele
Heeren van den Raede in Vlaenderen naer uutwijsen die
principale briefven daervan sijnde.
In zijn request aan het Hof verklaart hij nog „tot goeder
naem en faem” bekend te staan en „uyt den lande van Vlaen
deren (plaetse zijnde geboorte) religionis causa gevlucht” te
zijn, „hem errewaerts over getransporteert” hebbende, en ver
latende ende abandonnerende alle sijne schoone goederen”.
3de Memoriaal Mr. Pieter Hanneman fol. 16 en 239.
1) 4d= Boek van de Appointementen van de Rekenkamer
1592 fol. 203 vs.
2de Memoriaal van allerhande zaken fol. 345.
In 1600 had hij zich nogmaals in een request tot de
Rekenkamer gewend, zich beklagende „dat het dack van zijn
comptoir, staende alhyer op ’t Binnenhoff, seer ondicht is,
veroorsaeckende dat hij in ’t selve bij slachregen ende onweder
hem qualycken kan behelpen”. Hij verkreeg op zijn verzoek
consent „om ’t selve comptoir op te mochen halen op den
voet als Mr. Jan Causenszoon enz. n September 1600. Register
der Appointementen. fol. 335.