339
DE HAAGSCHE NOTARISSEN.
Onder de 60 notarissen, die in de i6de eeuw commissie
ontvingen om in den Haag praktijk uitteoefenen waren
14 geestelijken.
5de Boek van alderhande appointementen etc. fol. 81.
3de Memoriaal van allerhande zaken. (No. 37) fol. 278 vs.
2) Missiven en requesten aan het Hof.
Voorzeker een goede oude Hollandsche gewoonte.
Zijn verzoek werd dan ook bij appointement van den
19 Augustus 1596 toegestaan.
Een bekende Haagsche figuur en tevens een sieraad
van de betrekking, die hij bekleedde, was Jan Purtijck
Evertsz., die in 1546 commissie als notaris ontving.
In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot secretaris van
het Hof van Holland, welke belangrijke functie hij omtrent
40 jaren met de grootste nauwgezetheid en ijver vervulde.
Na 1572 werden de meeste commissies en acten, door den
Prins van Oranje gegeven, mede door hem onderteekend.
Zijn zoon Jan Purtijck volgde hem als secretaris op.
Toen hij in 1584 benoemd werd tot weesvader van
den Haag, verontschuldigde hij zich om de navolgende
redenen: „Overmits hij nu over die 66 jaeren oudt zijnde,
met verscheyden gebreecken des ouderdoms als in
’t gesichte ende andere bij den Here almachtige gevisi-
teert werdt ende byzonderlyck (zoo een yegelicke notoor
is) sulcke vercrenckinge ende debilitie in zijn eene voet
lijdende is, dat hij op een handtstock nyet sonder grote
pijne ende weedom sijnen ganck zeer quaelick gebruycken
mach, twelck hij soe veel te min soude connen gedoen
des wynters ende op andere tempeestige tijden, waer-
deur hij d'affairen van de voorss. dienst (die ten contoire
in ’t weeshuys vallen) nyet en soude moegen voldoen.” 2)