4i6
WILLEM III.
ander complex van omstandigheden, genoodzaakt tot
bewondering, maar ik, als derde product van een nieuw
zoodanig complex, ben gedwongen u te zeggen, dat die
bewondering allen grond mist, (tenzij zij de determi-
neerende omstandigheden geldt), en te hopen dat gij nu,
door de omstandigheid van uwe ontmoeting met mij,
zult ophouden eerbied te koesteren voor die werktuigen,
die men, ter onderscheiding, Michel Angelo, Beethoven,
Goethe en Napoleon noemt”, gelooft gij dat het veel
indruk zou maken?
Wie eerbied gevoelt, doet dit nimmer voor den arbeid,
voor het voortbrengsel, zonder de bijgedachte aan den
meester, die het schiephij buigt zich gaarne voor de
meerderheid van een menschengeest. De meerderheid
van een menschengeestzoo ooit, dan zeker is die uit
drukking gepast waar het den persoon geldt van Willem III.
Gij verwacht van mij niet, dat ik in dit enkele avond
uur u een volledig beeld zal geven van dien grooten
vorst en van zijn levensarbeid, veel minder dat ik zou
beproeven een nieuw licht te werpen op zijn persoon of
op zijne daden. In ons vaderland heeft nog niemand het
ondernomen dat rijke leven in zijn geheel te beschrijven,
en in het buitenland is alleen de pen van Macaulay in
staat geweest een beeld van Willem III te teekenen, dat,
al moge het ook voor de rechtbank der historische critiek
niet in allen deele vrij blijken van gebreken, toch in zijn
geheel een grootsch gedenkteeken is voor den Koning
en voor een deel van zijn werk. Ik zeg dit, zonder iets
te kort te doen aan den uitnemenden arbeid van Syrtema
van Grovestins, van Groen van Prinsterer en Fruin. Hoe
zou het dan mogelijk zijn in enkele bladzijden de waarde
van Willem III en van hetgeen hij heeft gedaan, zijne
beteekenis voor Nederland en voor geheel Europa, tot
haar recht te doen komen