424
WILLEM III.
lijk man, stuursch en in zichzelven gekeerd; hoe zou
het anders mogelijk zijn geweest met zulk een jeugd,
zulke ernstige tijdsomstandigheden en zulk een lichaams
gestel? Aantrekkelijker figuur zou hij zeker geweest zijn,
zoo hij de voorkomendheid en minzaamheid had bezeten,
die Willem de Zwijger paarde aan den ernst van zijn
karakter, maar hij was niet minder groot omdat hij ze
miste.
Willem III is, naar mijne meening, geen genie geweest;
hij heeft geen groot denkbeeld, geen fonkelnieuw stelsel,
geen grootsch beginsel gehad, dat de maatschappij van
zijn tijd en van de toekomst zou beheerschen. Wie hem
zulke dingen wilde toedichten, zou weinig inzicht toonen
in zijn persoon en zijn werk, en zou zijn doel voorbij
streven. Daarin lag zijne grootheid niet.
Toen Willem III geroepen werd tot het actieve leven
in de staatkundige wereld, stonden hem tweërlei wegen
open. De omwenteling, die den De Witten het leven
kostte, was eene reactie tegen het regeeringsstelsel van
de z. g. staatsgezinde regenten-partij, eene reactie tegen
de oligarchie, lang onderdrukt, maar door den ongelukkigen
oorlog eensklaps tot uitbarsting gekomen. Het gebrekkige
van de voorloopige regeling, die de Unie van Utrecht
had gegeven, het heillooze gemis aan een centraal gezag
voor de gezamenlijke provinciën, het nadeel van de
souvereine rechten van gewesten en steden, met al de
misbruiken daaraan verbonden, gevoelde in die dagen de
overgroote meerderheid in den lande diep, velen waar
schijnlijk zonder zich van den afkeer eri van de begeerten
die zij koesterden rekenschap te geven. De aanhangers van
de overwonnen partij durfden zich niet uiten, de mannen
van den nieuwen koers hadden vrij spel, en zij stuurden met
volle zeilen voorwaarts onder de vlag van Willem III. Had
de Prins gewild, hij had van de tijdsomstandigheden gebruik