427 WILLEM III. haar ouden en tegen den van de handelsstalen, De staatkunde tegen- gegeven hebben tot langen en bitteren strijd, en dat het hem belet zou hebben te volbrengen wat hij als zijn levenstaak beschouwde. Hoe dit zij, Willem III richtte zijn blik niet op de Republiek, alleen maar op Europa. Wie begrijpen wil wat de beteekenis is van zijn streven en van zijn werk, heeft zich voor den geest te roepen onder welke omstandigheden hij zijn staatkundige loop baan begon. De 8o-jarige oorlog had de Republiek tot het middelpunt gemaakt, haars ondanks, van den grooten strijd tegen de overheersching van het huis Habsburg, en na den Munsterschen vrede nam zij eene stelling in Europa in, waarop haar de grootte van haar grondgebied geen aanspraak gaf, maar die hare ligging, hare welvaart en hare krachtsontwikkeling in het afgeloopen tijdperk haar dwongen in te nemen. In de periode, die toen volgde, was zij genoodzaakt gestadig op haar hoede te zijn tegen de dreigende oogmerken van bondgenoot Frankrijk op het vasteland niet minder dreigenden naijver met name van Engeland, ter zee. over het buitenland de binnenlandsche laat ik hier ter zijde werd toen geleid door den raadspensionaris Johan De Witt, die bijna 20 jaren het schip van staat bleef sturen. Wat is van die 20-jarige leiding het resultaat geweest? Met tegenzin spreek ik het uit, maar het is onvermijdelijkde staatkunde van De Witt heeft ten eenenmale gefaald. Ik voor mij vind het eene aan matiging, die altijd belachelijk, maar voor den geschied kundige ongeoorloofd is, om het karakter, de bekwaamheid en de handelingen van de hoofdpersonen der historie op beslisten toon te gispen en te veroordeelenzal de eerste de beste, die zich zelf nog zou behooren af te vragen of hij wel de verantwoording dragen kan voor zijn eigen gedachten en daden in de kleine wereld, waarin hij zich

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 445