WILLEM III. 429 door het verbond, dat Engeland aanbood en waarin ook Zweden betrokken werd, de beroemde Triple alliantie, het gevaar, dat van Frankrijks zijde dreigde, te hebben afgeweerd: de geweldige aanval in 1672 zou het bewijzen hoe weinig er op te bouwen viel; zij was een succes, maar een succes van het oogenblik en voor een weer- loozen staat een gevaar. Een verbond ontleent zijne kracht alleen aan het gemeenschappelijk belang, en het kan alleen duurzaam en hecht zijn zoolang de verbonden staten dat belang gemeen hemden en.... zoolang de be trokken regeeringen, zoo mogelijk ook de volken, de vaste overtuiging hebben dat het werkelijk een gemeen belang is. Zulk een vasten grondslag hebben de alliantiën uit het tijdperk van Johan de Witt nooit gehad. De poli tiek was eene zuiver Hollandsche politiek in een tijd, toen er voor een land, dat een rang innam en innemen moest in het Europeesche statenconcert, alleen heil te wachten was van een stelsel, dat de oplossing beoogde van de vraagstukken der algemeene Europeesche staatkunde. Nog eens, eene dergelijke beschouwing van den staat kundigen arbeid van Johan De Witt verkleint in geen opzicht den roem van den grooten man, „een der groot- sten,” zegt William Temple, „die in die eeuw hebben geleefd.” Wat toen nog lag in de nevelen der toekomst, maar voor het nageslacht duidelijk werd, bewees dat hij heeft gefaald, dat zijne diplomatie niet bij machte was het onheil, dat dreigde, af te wenden, maar wat hij voor de Republiek heeft gedaan in de verwikkelingen met Engeland en in het Noorden van Europa verliest daar door niets van zijne waarde, en hijzelf niets van zijn roem. Zoodra, in dat tijdperk, het gevaarlijkste dat de Neder- landsche gewesten sedert de tijden van Alva en Panna ooit hadden doorleefd ik mag er wel bijvoegenof ooit zouden doorleven vóór de Fransche overheersching

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 447