WILLEM III. 432 een onzekere bondgenoot zijn, maar ook 1 o. a. de Groote Keurvorst en zoo ook Brunswijk. Rusteloos heeft de Prins en andere vorsten te overtuigen gehouden, kon 1 niet meer. Zoo de hertogen van van Oranje beproefd hen van de noodzakelijkheid der gemeenschappelijke verdedi ging, en te Stockholm en te Kopenhagen, te Celle en te Berlijn, heeft hij alles wat de diplomatie vermocht doen aanwenden voor het groote doel. Wanneer allengs het gevaar meer dringend wordt, reist hij zelf naar Brunswijk en naar Brandenburg om op het gewicht der omstandig heden te wijzen en tot maatregelen aan te sporen, die het evenwicht kunnen helpen bewaren in Europa. Spanje en bepaaldelijk de Spaansche landen buiten het schiereiland, waren van den beginne af de bedreigde punten: Italië, de Zuidelijke Nederlanden, Franche Comté. Onvermoeid heeft hij de regeering te Madrid aangevuurd tot zelfverdediging en krachtsinspanning; nergens is de Nederlandsche diplomatie krachtiger in de weer geweest dan daar althans in de eerste jaren na 1672, want met den dag ondervond Prins Willem meer, dat de machte loosheid van dit land, de treurige verdeeldheid en ijver zucht van zijne hoofden en de traagheid en de baatzucht der staatslieden eene krachtige zelfverdediging onmogelijk maakten. En, immers, aan het hof te Weenen was het niet veel beter. De Republiek en Engeland hadden voor Willem III de grootsche taak te vervullen Europa te vrijwaren voor de overheersching van een enkelen staat, en hij nam, 22 jaren oud, den zwaren plicht op zich zijne wederstrevende landgenooten te dwingen hem, met opoffering van stroomen goud, te volgen op dien weg der wereldpolitiek, te „dwingen”, want buiten Willem III en Fagel, gesteund door eene kleine schaar van getrouwen, doorgrondden weinigen, dat de strijd om het evenwicht tegelijk een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 450