436 WILLEM III. werd gesloten. Spanje moest toen het voorbeeld wel volgen en zich de opofferingen getroosten, die Frankrijk eischte; de bondgenooten beschuldigden de Republiek van trouweloosheid; de alliantie lag uit elkander. Als gewoonlijk trok Willem van Oranje zich terug op Het Loo, en weder joeg hij zijn jachtpaard over deVeluwe: was het alleen tot vermaak? Niet lang zou het duren of ’s Prinsen voorspelling kwam uitde beruchte Réunionskamers openbaarden opnieuw de oude plannen uit de school van Mazarin ten opzichte van den Rijn en van de Spaansche Nederlanden, welhaast ook van Noord-Italië. Weder was de Prins van Oranje gereed om den kamp tegen de monarchie universelle te aanvaarden, maar het scheen of hij thans het pleit zou verliezen. Tot een nieuwen oorlog of zelfs tot wapening was men in Nederland niet te bewegen. Niet alleen zijne oude tegenstanders, maar ook vele van zijne vroegere vereerders en staatkundige vrienden lieten hem nu in den steek. Kort zichtig was hunne politiek en bekrompen. Zij wilden het gevaar niet zien, en zochten hun heil in de toenadering tot Frankrijk, in vertrouwelijken omgang met den sluwen gezant van Lodewijk XIV de plannen van den Stadhouder tegenwerkende. Het was de tijd van het hoogloopende geschil tusschen Willem III en Amsterdam, toen die ver trouwelijke overleggingen nog wel over de oorlogs- uitrusting, die juist Frankrijk gold door den Stadhouder ontdekt en openbaar gemaakt werden. De Prins heeft zich in die dagen over de Amsterdamsche regeerings- personen, zijne voornaamste tegenstanders, zoo hard en hartstochtelijk uitgelaten als hij nooit over eenige zaak had gedaan, en een van diegenen, die hem thans tegen werkten, terwijl zij hem vroeger hadden gesteund, heeft hij' zijne houding nimmer vergeven. Voorzeker, zijn toorn, zoo vaak en zoo lang bedwongen, is in te heftige be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 454