+43 WILLEM III. de oppositie, die op zijn steun hadden gehoopt, verloor hij zijn invloed en gezag eveneens. Want Willem III bleef ook in deze getrouw aan zijn stelregelniets te doen tegen eer en geweten, en het plan tot de invoering eener afzonderlijke wet, die alleen den hertog van York zou treffen, streed met zijn gevoel van recht. Waarlijk, in de jaren 1680 85 was het voor denPrins van Oranje duister aan alle zijden, en alleen het onwrikbaar vast houden aan de overtuiging, dat het zijn levensplicht was Europa te behoeden voor de dreigende overheersching, moet hem hebben staande gehouden en hem de kracht hebben gegeven alléén voort te gaan op zijn weg. In die jaren is het juist, dat de welbekende klachten werden gehoord over zijne onverschilligheid, zijne harteloosheid, en zells zijn ontrouw ten aanzien zijner vrome, getrouwe, zelfopofferende gade, de beminnelijke Maria. Ik heb reeds gezegd, dat, naar mijne meening, de laster hier veel heeft gevoegd bij de waarheid, dat althans geen bewijs is te vinden voor eene ongeoorloofde betrekking tusschen Willem III en Betty Villiers. Maar onwederlegbaar is dat hij haar eene plaats gaf, die hij haar niet had behooren te geven, en onwederlegbaar is ook, dat hij Maria Stuart een tijdlang heeft gegriefd, hetgeen nu nog, na 2 eeuwen, pijnlijk aandoet bij twee zulke hoogstaande karakters. Ik heb in die stoornis van het huwelijksgeluk nooit een diep psychologisch raadsel kunnen zien. Willem III heeft in zijne eerste huwelijksjaren te kampen gehad met teleurstelling op teleurstelling, en de diepste was zeker, dat hij van 1680 af de overtuiging moest krijgen nimmer met Engeland, d. i. met zijne ooms, zij aan zij te zullen staan in den kamp, waarvoor hij zijn belang, zijn rust, zijn leven waagde. Zijn huwelijk had hem zijn doel geen stap nader gebracht. Ik wil niet eens denken aan de storende gedachte, die Willem III, naar het bekende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 461