445
WILLEM III.
Een korten tijd scheen het alsof Jacobus II zich niet
verstouten zou verandering te brengen in de historische
toestanden van Engeland, maar welhaast toonde hij zijn
oogmerk zoo duidelijk mogelijk, en snel ging hij erop af.
„Ik ben oud, ik moet met snelle schreden voorwaarts”
zoo sprak hij in dien tijd, en hij ging snel voorwaarts,
en.... hij deed het hand aan hand met den Koning van
Frankrijk. Mij dunkt, de gebeurtenissen van die merk
waardige jaren 1686 1688 zijn u allen te gemeenzaam
dan dat ik ze u zou behoeven voor den geest te roepen.
Het viel niet meer te betwijfelen of een groote worstel
strijd stond te wachten. De vermetele aanspraak op de
Rijn-Paltz had in 1686 het Huis Habsburg met Beieren,
Saksen, den Schwabischen en den Frankischen Kreis,
met Zweden zelfs, te Augsburg in een machtige alliantie
vereenigd, die lichtelijk een offensief karakter krijgen
kon. Van den anderen kant had Koning Jacobus II dooi
de acte van indulgentie in 1687 zijne bedoelingen beslist
geopenbaard, en daardoor zijne onderdanen uitgedaagd
tot tegenweer.
Het was thans tijd tot handelenNunc aut numquam.
Van een samengaan met de Engelsche Kroon was uit
den aard der zaak voor den Prins van Oranje geen
sprake meer. Maar des ondanks veranderde hij geen
oogenblik zijn oud en wel doordacht staatkundig plan.
In het groote verbond van Augsburg, dat vooral op
zijn aansporing en door zijn bemiddeling gesloten was,
had hij een bolwerk tegen Frankrijk te land, het kwam
er thans op aan te verhinderen dat het gevaar van de
andere zijde zou dreigende zeemogendheden, Engeland
en de Republiek zouden nu, het kostte wat het wilde,
het tweede bolwerk zijn. Langzaam maar zeker heeft
Willem III het net gespannen om zijn grooten tegen
stander Lodewijk XIV. Zelf reisde hij in September 1688