WILLEM III. 447 zijn sterfbed; hij was, in het veld: eerst in 1697 heeft de vrede van Rijswijk hem eene korte poos van rust gegund. Hij kon de voldoening smaken, dat die vrede den Franschen Koning de erkenning van zijn Koningskroon afdwong en zelfs de teruggave van het geroofde prinsdom Oranje. Maar zijne rust was kort. Nog eenmaal zou hij het zwaard moeten trekken, toen het bleek, dat al de onderhande- lingen en overeenkomsten tusschen 1698 en 1700 met den Franschen Koning gevoerd en aangegaan, ten slotte toch geen andere uitkomst hadden, dan dat de geheele Spaansche monarchie door erfenis de prooi werd van het huis Bourbon. Ook toen heeft hij geweifeld noch ge draald het groote Haagsch Verbond en de geweldige Spaansche successie-oorlog zijn zijn werk. Prins Willem heeft het niet mogen beleven dat die laatste geweldige worsteling tot de uitkomst voerde, waar naar hij 30 jaren met onwankelbaren moed had gestreefd. Maar in zijn graf heeft hij overwonnen. Twaalf jaren na zijn dood, met de vredesverdragen van Utrecht, Rastadt en Baden, heeft de staatkunde van Willem van Oranje de zege behaald over de grenzelooze heerschzucht van Lodewijk XIVde doode monarch over den levenden. Tenauwernood was die lange eindstrijd begonnen of zijn levensdraad werd afgesneden. Het storten van zijn paard, bij het Koninklijk slot te Hamptoncourt, werd de naaste aanlei ding tot zijn dood. De aanleiding, meer nietzijn afgemat lichaam begaf hem. Wie hem in de beide laatste jaren dikwijls zagen, wisten dat het einde niet ver meer kon zijn. Gerust kon hij uit het leven scheidden. De taak, die hij tot dus ver had vervuld, kon hij veilig overlaten aan anderen zij hebben die trouw en volijverig ten einde gebracht. Hij wist dat hij sterven ging, en scheidde zonder doodstrijd, in de armen van den vriend zijner jeugd, van Bentinck, op zijn geliefd Kensington. Eenzaam was

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 465