42 HET BINNENHOF VAN I247 I747. van van een Zeeland en handelde deze door Schout beheer toe komsten en wanneer zij door hun persoonlijke hulp en die hunner ondergeschikten of aangeworvenen den graaf krachtig bijstonden. De Raden riep de Graaf nog steeds op alleen wanneer het hem nuttig voorkwam; onder eigen leiding zal hij hen vermoedelijk nog steeds in de Oude zaal hebben geraadpleegd; van een bepaalde raadkamer is vooreerst nog geen sprake. Bijgestaan werden Willem III en zijne beide opvolgers daarbij door den bekwamen Gheryt Alewijnsz. van Leyden. Naast het administratieve beheer regelde de Hene gouwer het geldelijke beheer. Onder Willem de Goede treden achtereenvolgens naast elkander verschillende rentmeesters opdie van Noord Holland droeg b. v. zorg voor de inning van verschuldigde tienden, boeten en pachten, zoo van landen als wateren, tollen, enz. en voor de daaruit te voldoene uitgaven. Voor de overige streken vindt men verder de rentmeesterschappen van Zuid Holland, Kennemerland, Waterland en Amstelland. De rentmeester van Noord Holland verbleef binnen den hove; zijn ambt was verreweg het belangrijkste; belang rijk voor het door mij te behandelen onderwerp zijn zijne zorgen en aanteekeningen voor de instandhouding en noodige uitbreiding van het hof zelve. Onder hem werkten verschillende klerken. Reeds in 1310 is er sprake van den rentmeester Noord Holland en „onse” klerk, in 1348 ook klerk van rekening. e) Boven deze rentmeesters stond de Tresorier van Holland, Henegouwen. Reeds onder Willem III be- o. a. het grafelijk aandeel in de boeten, en Schepenen opgelegd, en kwam hem het over alle meest uit elkander loopende in uitgaven ten behoeve van den Graaf, diens

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 51