46 HET BINNENHOF VAN 1247— 1747 grensd, welke van water voorzien werd uit de Duin- en Boschbeken, samen afvloeiende naar het Spui. De vijver zelf, gegraven tegen de helft der i4de eeuw, was van gekanteelde muren omringd. Aan de westzijde langs den Nederhof en van daar tot de keuken schijnt echter een heining of schutting van hout geweest te zijn. Mogelijk was het Hof van die zijde door de voorliggende wateren, poorten en min begaanbare landstreek beter dan elders beschermd tegen ongewenschte gasten. 10) Het uitgebreide hof (binnen de grachtmuren, groot 200 bij 96 M.) was nooit recht verdedigbaar, ook al kon men het bij eenige waakzaamheid niet ge makkelijk verrassen. Een kasteel als dat van Egmond, metende ongeveer 45 X 45, (in engeren vorm binnen hooge onbereikbare muren en torens zelfs slechts 25 X 25 M.) bood meer veiligheid aan tegenover den vijand, In 1479 stelde de stadhouder zich tegen aanvallen der Kabeljauwschen te weer, door aanleg van bosgaten in den achtkanten toren, den oostelijken walmuur en een nieuw aangelegd zuidoostelijk bolwerk; ook in 1573 werd door den metselaar iets, hoewel van geen belang, verricht ten behoeve van de fortificatie van den hove. Van meer belang waren in het algemeen evenwel de maatregelen tegen verrassing en overval, t. w. door het steeds open houden van de grachten en den vijver bij vorst en door geregeld waak te houden in de goten van de groote zaal achter de kanteelingende wachter sliep of huisde daarvoor op den vierkanten toren. u) Bewaking kon geen doel hebben, indien niet alle muren en grachten goed onderhouden werden en.vooral ook de toe gangen tot den hove in goeden staat verkeerden. In 1316 werd „de” valbrug geheel vernieuwd. Mogelijk was er dus destijds maar één hoofdtoegang, die men dan geneigd is te zoeken ter plaatse van de tegenwoórdigen Hofpoort.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1902 | | pagina 55