HET BINNENHOF VAN 1247— I747.
49
en i5de eeuw diende de Voor
de steekspelen werden ge-
maar
komen. Noodig schijnt zulks niet, daar de Voorhof in alle
opzichten de eigenlijke plaats was om op- of af te stijgen
en de keukenpoort de hoofduitgang van het Hof was. 18)
Dagelijks weg nu was die Voorhof in de middeleeuwen
hoogst onbegaanbaar en vol kuilenmen onderhield dan
ook gaandeweg eenige gangpaden daarover. In 1497
werden b. v. met puin verhard i°. het pad van den
stedehouder X naar de kapel, 20. het pad van de middel-
poort tot de rekenkamer F3, 30. dat van diezelfde poort
tot de poort bij de put, 40. dat van daar langs de zaal
naar de kapel; maar ook in 1350 en 1410 bestonden er
reeds dergelijke paden. 14)
Herhaaldelijk in de I4de
hof evenwel als plaats, waar
houden. Voor dien tijd schijnen de meer weidsche
ook veel gevaarlijker tournooien te hebben plaats gehad
op een ruimer veld buiten den hove, t. w. op den tegen-
woordigen Kneuterdijk. Hoewel die naam zelf weinig
heenwijst op het mogelijke gebruik daarvoor, zoo schijnt
die plaats in verband met den aangrenzenden Voorhout
toch daarvoor gediend te hebben onder de Henegouwers
voornamelijk. 16)
Na 1433 vindt men geen verdere aanwijzing omtrent
steekspelen op den Voorhof; wel blijkt voor de Bour
gondische vorsten, dat zij zich hier lieten huldigen.
De middengebouwen op den Achterhof waren oorspron
kelijk geheel omringd door een omgaanden tuin binnen
de grachtmuren, mogelijk hier en daar naar de behoefte
van het oogenblik door heggen of heiningen verder af
gedeeld. Op die wijze schijnen al vroeg bestaan te hebben
in volgorde i°. een keukenplein, zuidwaarts van de groote
zaal, 2°. de achtertuin 7 (later met „groot zomerhuis”),
30. een nevenliggende tuin p, naast den vijver, en 40.
de tuin noordelijk van de groote zaal, waaraan zich
4